Pijn is een waarschuwing van het lichaam. Er is iets niet in orde en daar moet iets aan gedaan worden. Acute pijn heeft meestal een duidelijke oorzaak, bijvoorbeeld een verwonding of infectie. Na een tijdje rust of behandeling van de oorzaak, gaat deze pijn weer over. Acute pijn is dus nuttig. Pijn kan echter ook chronisch worden.
Wanneer wordt pijn chronisch genoemd?
We spreken van chronische pijn, wanneer pijnklachten langer dan 3 maanden blijven bestaan. Vaak is de oorzaak van de pijn dan verdwenen. De pijn heeft dan geen waarschuwingsfunctie meer en er is geen één op één relatie (meer) met het oorspronkelijke letsel. De pijn gaat als het ware een eigen leven leiden, met gevolgen voor het dagelijks leven. U gaat bijvoorbeeld bepaalde bewegingen vermijden uit angst voor de pijn, omdat deze als acute pijn blijft aanvoelen. Of u bijt zich juist door de pijn heen, wat bij heftige pijn moeilijk of niet vol te houden is.
Voorbeelden van chronische klachten:
-Klachten van het bewegingsapparaat: Rug-, nek-, schouder-, heup-, knieklachten, etc.
-Chronische aandoeningen: Reuma, Morbus Bechterew, chronische artritiden, reactieve artritis, klachten t.g.v. osteoporose, etc.
-Onbegrepen klachten (SOLK) : Whiplashsyndroom, RSI, fibromyalgie, chronische rug- en nekklachten, etc.
-Psychische klachten: Burn out, rouw- en verliesverwerking, angststoornissen, conflicten, coaching en begeleiding op loopbaangebied, etc.
Het herstel programma wordt aangepast op uw specifieke aandoening. De fysiotherapeut of de praktijkondersteuner GGZ helpen u daarbij. De inhoud van het programma wordt voor u op maat gemaakt rekening houdend met de ernst van de klachten en beperkingen. Uw mogelijkheden en capaciteiten worden optimaal benut waardoor een volledige en blijvende terugkeer in een actief en werkzaam leven vaak goed mogelijk is. Indien nodig wordt een revalidatie arts of andere specialist gevraagd mee te kijken.
Gestart wordt met het in kaart brengen van de oorzaken van uw pijn, uw ervaring van de pijnklachten en hoe u hiermee omgaat. Samen met uw therapeut stelt u vervolgens haalbare doelen op. Uitgangspunt hierbij is dat u weer grip op uw klachten krijgt en uw kwaliteit van leven verbetert.
Tijdens de behandeling is uw oefentherapeut als het ware uw coach. Samen met de oefentherapeut gaat u met uw eigen doelen aan de slag. Deze doelen richten zich op het verbeteren van die vaardigheden die voor u belangrijk zijn. Voor de een betekent dit ‘normaal leven en werken’ en voor de ander ‘beter omgaan met spanningen’.